Hier leren cursisten woordenschat die nuttig is in verband met wonen, lichaam en gezondheid, voeding, opleiding en beroep, praten over het verleden, … Bij de grammatica komen ondermeer de passé composé, de imparfait en de conditionnel aan bod. De verworven kennis wordt steeds in alledaagse situaties uit de praktijk toegepast. Aan de hand van evaluatieoefeningen wordt je kennis van zowel woordenschat als grammatica geregeld getest.